Schoon scheef ... of toch recht?

Archeoloog Wim Tiri werkt als vrijwilliger in ons onroerenderfgoeddepot. In de reeks ‘Ondergrondse geheimen’ deelt hij zijn grote en kleine ontdekkingen.

“De pottenbakker is de vader, de oven is de moeder, maar de grote gangmaker van oude keramische creaties is het vuur" (Shoji Hamada, bekend Japans pottenbakker)

Uit de oude Taxandria-collectie komt een kleine beker met een ovale randopening. ‘Schoon scheef kan ook mooi zijn’, dat moet de pottenbakker ook gedacht hebben als hij deze deze vreemde beker uit de oven haalde. Maar is deze beker dan wel een misbaksel of is deze doelbewust aan de rand vervormd? Dat lees je in deze nieuwe blog van ‘Ondergronds Geheimen’.

Deze afgeronde beker, in steengoed met overtrokken met zoutglazuur, heeft een iets naar binnen gebogen ovalen rand en een standvoet. Het platte lintoortje is verdwenen en allicht afgebroken bij het gebruik. De beker, afkomstig uit Raeren, is in het Nederlandse Deventersysteem bekend als s2-bek-20 en kan gedateerd worden tussen 1525 en 1600.

Bijzonder is de ovale randopening, wat eerder uitzonderlijk is voor een beker. Vermoedelijk gaat het hier daarom over een misbaksel. Al van in de 15de eeuw was er in Raeren sprake van een strenge kwaliteitscontrole waarbij alleen maar perfect gebakken stukken mochten uitgevoerd worden. Deze controle gebeurde in de eerste plaats door de meesterpottenbakker, die verantwoordelijk was voor de inhoud van de oven, en door de pottenbakkersgilde. Misbaksels werden meestal vernield en in afvalkuilen in de nabijheid van de ovens gegooid. Voorwerpen met kleine productiefouten werden op locale markten verkocht tegen een verminderde prijs.

Vanaf de 16de eeuw had men de kennis om de hitte in de grote ovens te controleren. Het bakken in een oven – dag en nacht gestookt worden – duurde meerdere dagen. Voor de steengoedproductie moest de temperatuur minstens 1250° celsius bedragen. Dat was een echt hellevuur. Het zoutglazuur werd bekomen door ongeveer 400 kg keukenzout (NaCI) door de openingen bovenaan de oven te strooien.

Door het geweld van het vuur kon er bij een ovenbrand veel fout gaan.Ongeveer 30 % van de inhoud had brandvlekken, een mislukt glazuur, was vervormd of fout verkleurd. Soms stortte een stapel kruiken in elkaar en werd daardoor een deel van de inhoud vernield.

Misbaksels kunnen ontstaan doordat de klei van een bepaald stuk niet voldoende was gedroogd voordat deze in de oven werd geladen (en waarbij de gestapelde potten konden inzakken). De hierdoor ontstane vervorming is vooral merkbaar aan de rand of hals van een kruik. Een andere reden kon zijn dat bij het draaien van een kruik de wand niet dik genoeg was waardoor deze tijdens het bakken kon scheuren. Zo kon het gebeuren dat bij het bakken de erboven gestapeld potten niet kon gedragen worden en de ovenlading deels instortte.

En dat er desondanks de beperkingen, zoals opgelegd in Raeren waar misbaksels enkel maar verkocht  mochten worden op locale markten binnen een straal van 50 à 100 km, moet er toch een ruimere handel in afgekeurd aardewerk geweest zijn. Zo kwamen er uit een beerput (contextdatering 1350-1400), behorende aan een (verdwenen) klooster van geschoeide karmelieten in Mechelen, tientallen volledige maar scheefgezakte steengoed drinkkruiken. Dat een arme bedelorde dankbaar gebruik maakte van het nog bruikbare maar minder mooie aardewerk, past bij bovenstaande heel mooi in het plaatje. Zij vonden het ‘schoon scheef’ wel mooi en toch nog nuttig om te gebruiken.

De beker is afkomstig uit Raeren, een stadje gelegen in de Oostkantons van België nabij Eupen en was bekend om haar aardewerkproductie met een hoogtepunt tussen het einde van de 15de en het begin van de 17de eeuw. Kenmerkend voor het aardewerk uit Raeren is het harde grijze baksel voorzien van bruinkleurige zoutglazuurlaag. De meest voorkomende vorm zijn de kruiken.

In de beginperiode haalden de pottenbakkers uit Raeren hun inspiratie uit het nabijgelegen Keulen maar werden toch enkele eigen types ontwikkeld, zoals de kruik met drie oren. Het is pas rond 1550 dat van een echte bloeiperiode kan gesproken worden waarbij de aanvankelijk bolle kruiken voorzien werden van in mallen gevormde ronde of ovale, grote of kleine medaillons met Bijbelse-voorstellingen, gezicht- of wapenmedaillons (met een wapen- of stadsschild). In het laatste kwart van de 16de eeuw kregen de kruiken een hogere en cilindrischere vorm waarbij de buik werd versierd met reliëffriezen; de onder- en bovenzijde kregen rasterornamenten en kerfsneeversiering. Een bekend type is de boerendanskruik (met op de buik een reliëffries met een rij dansende boeren).

In Raeren waren de pottenbakkers Jan Emens, zijn vier zonen en Balden Mennicken toonaangevend. Hun monumentale kruiken in renaissancestijl behoren tot het beste dat in die aard ooit vervaardigd werd. Vanaf 1583 werden de reliëfversieringen door Jan Emens beschilderd met kobaltblauw. In de 17de eeuw kwam er ook mangaanpaars bij.

Raerens steengoed werd over heel West-Europa verkocht en vaak gekopieerd. Met de godsdienstoorlogen kreeg de steengoedindustrie in Raeren zware klappen. Talrijke pottenbakkers weken omstreeks 1590 uit naar het Westerwald waar de productie, onder vorm van volksaardewerk tot ver in de 20ste eeuw bleef bestaan.

 

Met dank aan Arthur D’Huys voor meer achtergrondinformatie




Info voor bij de afbeeldingen (van links naar rechts):

  • Afb. 1: Tekening van een gelijkaardige beker uit de opgraving Museumkwartier ‘s-Hertogenbosch (vondstnr. SHMU 3166.5)

  • Afb. 2 en Afb. midden: Afgeronde beker met iets naar binnen gebogen rand (het verticaal aangezet lintoortje is afgebroken), op standvoet (2-bek-20). Zoutglazuur, Raeren, 1525-1575 (Depot Erfgoed Noorderkempen, inv.nr. T635). Helaas is er geen archeologische context van deze beker gekend.

  • Afb. 3: Een gelijkaardige beker met ronde opening (privécollectie, Arthur D’Huys)

  • Afb. 4: Enkele misbaksels uit Raeren, met ook een gelijkaardige beker als deze uit de Taxandriacollectie (uit: Ralph Mennicken, Typo-chronologische Übersicht zur Entwicklung des Raerener Steinzeugs vom 13. bis 19./20. Jahrhundert, Raeren, 2023, p. 103)

Geraadpleegde bronnen: 

Voor meer achtergrondinformatie over het aardewerk uit Raeren: https://www.toepfereimuseum.org/