Over een kruik die heksenfles werd
Archeoloog Wim Tiri werkt als vrijwilliger in ons onroerenderfgoeddepot. In de reeks ‘Ondergrondse geheimen’ deelt hij zijn grote en kleine ontdekkingen.
Eerste Europese heksenfles gevonden in Turnhout: “Kruik werd gevuld met urine, haar en nagels om heksen te bestrijden” (Gazet van Antwerpen, 6 oktober 2022)
In het voorjaar van 2020 vond in het kader van de nieuwbouw van café ‘De Zwarte Ruiter’ aan het Zegeplein een archeologisch onderzoek plaats. Uit deze opgraving kwam een wel zeer bijzondere toevalsvondst aan het licht. Maar het was niet zozeer het object dan wel de inhoud die deze vondst de wereldpers liet halen. Lees hier het verhaal over een kruik die pas later heksenfles werd…
English summary at the bottom of the blog
Deze zgn. cilinderhalskruik heeft een bol lichaam met een korte cilindrische hals en een licht uitspringende standvoet; een vrij typische vorm voor de 16de eeuw. De buitenzijde is gespikkeld zoutgeglazuurd en (net als de scherf) geelbeige van kleur. Vermoedelijk is de oorzaak van de lichte scherfkleur te vinden in het feit dat het stuk niet hoog genoeg gebakken is en daardoor niet volledig gesinterd is. Dat de kruik veel bakfouten heeft, viel ook Ralph Mennicken (ere-conservator van het Töpfereimuseum Raeren) op waarbij hij vermoedt dat deze werd verkocht als tweede keuze-materiaal.
De aangebrachte versiering past volledig in de renaissance tijdgeest. De hals is boven- en onderaan telkens afgewerkt met een paar ribbels met een getande versiering. Op de buik werd een fries aangebracht met geblokte voluten, bladranken en aan elkaar gespiegelde zeewezens. Boven en onder deze fries staan er gespiegelde acanthusbladeren afgewisseld met ronde medaillons. Deze medaillons zijn omgeven met een bladerkrans en een in profiel staande gebaarde mannelijke buste (met baret en over de schouder een in antieke traditie geknoopt gewaad). Op de hals tenslotte is er een repeterende fries met drie mannelijke bustes.
Slijtagesporen aan de rand zijn een indicatie dat de kruik oorspronkelijk een tinnen deksel had, dat bij het archeologisch onderzoek niet is teruggevonden. Maar gezien de bewaarde inhoud moet de kruik wel afgesloten geweest zijn, vermoedelijk gebeurde dit met een (klei)prop. Een aanwijzing was te vinden in de bovenste radering van de hals waar in de uitsparingen resten zijn teruggevonden van een kalk/kleiachtige substantie.
Als datering kan voor deze kruik de 3de kwart van de 16de eeuw naar voor geschoven worden, allicht ergens rond 1560. Wanneer deze kruik als heksenfles onder de grond verdween, kon echter niet bepaald worden. En dat de versiering van mannenkoppen op de kruik kwaadafwerend zou zijn (en een eigenschap is om te spreken van een heksenfles), zoals Jos Koldeweij beweert in het voorwoord van het recent verschenen boek ‘Baardmankruiken’, is echter niet aantoonbaar.
Keulen
De kruik is een product uit Keulen. Deze stad, gelegen in het Rijnland, was vanaf het einde van de 15de eeuw en vooral in de 16de eeuw bekend om de productie van luxueus steengoed versierd met opgelegde reliëfversiering. In de beginperiode bestond de versiering vooral uit opgelegde roosjes, nadien gevolgd door eikenranken of rozentakken en nog later met acanthusbladeren en portretmedaillons. Bekend waren de baardmankruiken, versierd met spreuken, wapenschilden en fantasiemaskers. Kenmerkend voor de Keulse productie is de gespikkelde kastanjebruine tot lichtbeige kleur van het zoutglazuur.
Omwille de chloor- en zoutdampen en de gifgassen die vrijkwamen tijdens het bakproces en na verschillende branden die kort na elkaar waren ontstaan werd aan de pottenbakkers (die in de omgeving van de kathedraal waren gevestigd) in 1540 gevraagd om hun ambacht te willen gaan uitoefenen buiten de stadsmuren. Dat leidde tot rellen en protest. De pottenbakkers wilden van geen wijken weten en bleven hun beroep uitoefenen binnen de stadsmuren want in Keulen hadden zij hun bekende pottenmarkt. Omstreeks 1545 werd door het stadsbestuur van Keulen een wet uitgevaardigd waardoor de pottenbakkers binnen afzienbare tijd gedwongen werden de stad te verlaten. De grootste meerderheid ging zich een 13 km verderop vestigen in Frechen, anderen zetten hun activiteiten verder buiten de stadsmuren.
Eigen aan de Keulse kruiken is de kastanjebruine gespikkelde (getijgerde) kleur van het zoutglazuur, echter die donkerbruine tot beige kleur komt ook voor in Frechen. Daarenboven gebruiken beide productiecentra dezelfde klei. Omwille deze redenen is het vaak niet mogelijk om de producten aan Keulen of Frechen toe te schrijven.
Info voor bij de afbeeldingen (van links naar rechts):
Afb. midden: bolle kan met hoge cinlindrische hals, met ribbel onder en boven de hals, standvlak. Steengoed, zoutglazuur, Keulen, 3de kwart 16de eeuw. H. 18.4, diam. basis 9.7, diam rand 6.3cm.
-
Afb. 1: Tekening. H. 18.4, diam. basis 9.7, diam rand 6.3cm.
-
Afb. 2: Medaillon omgeven met een bladerkrans en een in profiel staande gebaarde mannelijke buste (met baret en over de schouder een in antieke traditie geknoopt gewaad).
-
Afb. 3: De hals is boven- en onderaan telkens afgewerkt met een paar ribbels met een getande versiering waartussen een fries met mannenkoppen.
Summary
In the spring of 2020, an archaeological investigation took place in the context of the new construction of café ‘De Zwarte Ruiter’ on Zegeplein. This excavation revealed a very special coincidence find. But it was not so much the object as the content that made this find the world press. Read the story here about a jar that later became a witch’s bottle…
This so-called cylinder neck jar has a convex body with a short cylindrical neck and a slightly protruding base, a fairly typical shape for the 16th century. The outside is speckled salt glazed and (just like the shard) yellow-beige in color. However, the shard of Cologne stoneware is normally uniformly gray. The light shard color is probably due to the fact that the piece was not fired at a high enough temperature and was therefore not completely sintered. Ralph Mennicken (honorary curator of the Töpfereimuseum Raeren) also noticed that the jar has many firing errors, and he suspected that it was sold as a second-choice material.
The decoration applied is completely in keeping with the Renaissance spirit of the times. The neck is finished at the top and bottom with a few ribs with a serrated decoration. A frieze was applied to the belly with checkered volutes, leaf vines and sea creatures mirrored together. Above and below this frieze there are mirrored acanthus leaves alternating with round medallions. These medallions are surrounded by a wreath of leaves and a bearded male bust in profile (with beret and a robe knotted in ancient tradition over the shoulder). Finally, on the neck there is a repeating frieze with three male busts.
Traces of wear on the edge indicate the presence of a (pewter) lid. Unfortunately, this was not found during the archaeological investigation. But given the preserved contents in the jar, it must have been closed. The solution can probably be found in the upper ring of the neck, where remains of a lime/clay-like substance have been found in the recesses, possibly originating from a (clay) plug that closed the jar.
The date for this jar can be put forward to the 3rd quarter of the 16th century, probably somewhere around 1560. However, it could not be determined when this jar disappeared underground as a witch’s bottle. However, it is not demonstrable that this decoration of men’s heads on the jar would be evil-repellent (and a property of a witch’s bottle), as Jos Koldeweij claims in the foreword to ‘Baardmankruiken’.
Geraadpleegde bronnen:
-
Ingeborg Unger, Kölner und Frechener Steinzeug der Renaissance. Die Bestände des Kölnischen Stadsmuseums (Publikationen des Kölnischen Stadsmuseums, Band 8)
-
Dominick van den notelaer en B.A.T.M. Weekers-Hendrikx (redactie), Zegeplein – Turnhout. Resultaten van de archeologische opgraving (VEC, rapport 155). Het volledige rapport kan via deze link geraadpleegd worden: https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1081436
-
Wouter Adriaensen, Eerste Europese heksenfles gevonden in Turnhout: “Kruik werd gevuld met urine, haar en nagels om heksen te bestrijden”, in Gazet van Antwerpen, 6 oktober 2022