Het beluik aan de Papenstraat

2
december
2024

Archeoloog Wim Tiri werkt als vrijwilliger in het onroerenderfgoeddepot. In de reeks ‘Ondergrondse geheimen’ deelt hij zijn grote en kleine ontdekkingen.

'Kijk goed links en rechts: poorten, poortjes, krotten.'

In het kader van de herinrichting van de voormalige fabrieksterreinen van drukkerij Brepols, gelegen als een winkel en wooncomplex, vond er aan de Baron Frans Du Fourstraat in de zone tussen de straat en het voormalige kantoorgebouw in 2009 een grootschalig archeologisch onderzoek plaats. De resultaten van het dit onderzoek bleven voornamelijk beperkt tot een inkijk in de leefwereld van de fabrieksarbeiders die er woonden op het einde van de 19de tot het begin van de 20ste eeuw. 

Bij de opgravingen werden de funderingsresten van verschillende (kleine) arbeiderswoningen en bijhorende beerputten teruggevonden. Hierbij konden vier bouwblokken onderzocht worden. Drie van deze blokken hebben zich vermoedelijk ontwikkeld uit oudere woningen waarbij de aanwezige kelders en enkele muren werden verwerkt in 3 fortjes en een huizenrij. In de fortjes stonden (kleine) éénkamerwoningen rond een binnenplaats met een gemeenschappelijke pomp en enkele toiletten. De onderzochte woningen waren zeer ondiep tot haast niet gefundeerd en bestonden uit één kamer van gemiddeld 4 bij 5m. Enkel de aaneengesloten huizen aan de Baron Frans Du Fourstraat ‐ in de noordoostelijk hoek van het opgravingsterrein ‐ kregen vermoedelijk rond de  eeuwwisseling een achterkamertje. Verschillende woningen hadden een klein ondiep keldertje, elk met een bakstenen bevloering en heel soms een ingemetste veegpot.
De waterputten betroffen veelal oudere bakstenen putten die een lange levensduur hadden. Op de put was telkens een waterpomp aangesloten.
Geen van de onderzochte woningen had een eigen sanitaire voorziening, deze waren gemeenschappelijk en bestonden meestal uit kleine aaneengesloten beerputjes waarboven zich telkens een toilet bevond. Uit deze putjes kwam heel wat vondstenmateriaal dat veel vertelt over de levensomstandigheden van de toenmalige gebruikers. Meestal betrof het eenvoudig onversierd industrieel wit aardewerk, veelal afkomstig uit de aardewerkfabriek in Maastricht, naast medicijnflesjes en kinderspeelgoed.

In 1996 verscheen naar aanleiding van het tweehonderd jaar bestaan van de firma Brepols het boek ‘Brepols, drukkers en uitgevers 1796 – 1996’. Uit dit boek komt onderstaande bijdrage over de huisvesting van de arbeiders.

In 1867 en in 1897 werd in Turnhout onderzoek verricht naar de toestand van de arbeiderswoningen. Men kloeg over de slechte toestand van een paar straten in de omgeving van de fabriek. De Lindekens was zeer onaangenaam omdat het water bij regenval in de huizen liep. De meeste arbeiderswoningen bestonden uit één tot drie, zelden vier kamers, slecht verlucht en slechts 2 tot 2.5 m hoog. De ouders sliepen in de tweede plaats. De meeste bedden waren alkoven. Rond de huizen had met slechte toiletten, niet afgesloten beerputten, mesthopen, geen waterafvoer. In 1897 betaalde men als huur tussen 45 en 115 BEF per jaar. Het laatste bedrag voor een reeks werkmanshuizen op de Akkerpad, die wel goed in orde waren met verdieping, een eigen toilet en een waterpomp voor elke twee woningen. Vele huizen waren eigendom van de werkgevers. Zo bezat de familie Du Four onder meer 47 huizen in de Papenstraat (de huidige Baron Frans Du Fourstraat). Het systeem van verhuring werd eigenaardig en ten voordele van de eigenaar afgesloten. Men verhuurde voor 1 jaar. Het huurgeld werd wekelijks door de patroon van het loon der werklieden afgehouden en aan de eigenaars ter beschikking gesteld. Die waren zeker hun geld te ontvangen. Ze dienden zelfs geen rekening te houden met klachten van huurders. […]

Kent gij het Papenstraatje van Turnhout, vriend lezer? Neen … wat ge zegt: komt ge bijna nooit door! Allée toe… en ’t is zoo’n pracht van een straatje! Eigenlijk is dat ding wel lang genoeg om “straat” gedoopt te worden, maar… ’t is misschien wel de oog der naald uit de Evangelie.

Nu, als ge het niet kent, wil ik wel trachten U er een klein gedacht over te vormen.

Ge komt dus van de Markt of uit de Patersstraat en ge ziet in elk geval een hooge, smalle, vuile spleet gapen, waar ge zonder schrik binnentreedt. (Prins Leopold is er wel in geweest!). Stoepen liggen er niet, zulle! En als een autobus of groot kar door moet, oppassen, want dan is er groot gevaar voor doodplettering. [ … ] Kijk goed links en rechts: poorten, poortjes, krotten. Als eigenaardigheden een lantaarn of een electriekpaal die periodiek uit den gevel van een of ander huisje gereden wordt. Een poort waar een drietal W.C.’s al hun plastischen luister tentoonstellen, als echter theaters uit de 16e eeuw. Een weinig verder zijn een paar krotten ingevallen. De puinen hebben al prachtig dienst gedaan om den groep Noormannen (10 Oogst) van het H. Graf een achtergrond te bezorgen voor een photo. [ … ]

Baron Jean Du Four maakte er zelf allusie op bij de eerste steenlegging van een woningcomplex in de Vredestraat op 17 september 1948 (Brepols bouwt werkmanswoningen… uit: Brepols’ Huisorgaan, I, nr. 9, 1948, p. 1-5):

Wie kent in Turnhout de armzalige “poort” van het Papenstraatje. Hoe dikwijls zijn wij er niet voorbijgegaan, met geschokt gemoed, om al de ellende die zij uitstalde. Zij omsluit in ’t geheel 18 enge kamers, die 12 gezinnen en 31 personen herbergen? ik besefte nochtans niet genoeg deze ellende totdat ik verleden jaar op zekere dag de gelegenheid had een gezin van 6 personen te bezoeken, dat leefde in wat men een huis noemt, ’t is te zeggen: een klein vertrek met een achterkamertje.

Om te kunnen slapen moesten de meubels, ’s nachts, op de gemeenschappelijke koer geplaatst worden.

Deze toestand mocht niet langer duren, zei ik, indien ik nog als treffelijk man deze plaats wens voorbij te gaan om mij naar het kantoor te begeven. Welke overgrote vreugde mij bezielt mij dan ook vandaag, nu deze wens werkelijkheid is geworden.

God heeft deze toegestaan, dat deze drie laatste jaren voor Brepols eerder gunstig verliepen; het paste dan ook aan de Etablissementen Brepols Hem te bedanken, door hulp te brengen aan de gezinnen, die onder vervallen daken in de schaduw van onze gebouwen hun nachtrust moesten zoeken.

Door het bouwen van deze huizen met verdiepingen, zullen de 18 vertrekken van de “poort” vervangen worden door 48 grote en luchtige woonplaatsen, die in alle gezondheidsnoodwendigheden, vroeger onbekend, ruimschoots voorzien. 

Info bij de grote foto’s (van boven naar beneden):

  • De Brepolssite tijdens het archeologisch onderzoek in 2009 met op de achtergrond het kantoorgebouw uit 1937 (Foto Erfgoed Noorderkempen)

  • Onbekend fotograaf, Het Papenstraatje, begin 20ste eeuw (foto Stadsarchief Turnhout – BEGIJNHOF_0442)

  • Jef Jansen (fotograaf), ‘Schooloptocht met de Onafhankelijkheidsfeesten: H. Graf 2de groep, Vluchtend voor de Noormannen’ (met op de achtergrond het beluik aan de Baron Frans Du Fourstraat), 6 juli 1930 (foto Stadsarchief Turnhout – FOTO 00299-01)

Info voor bij de afbeeldingen onderaan (van links naar rechts):

  • Afb. 1: Drie onderzochte bouwblokken geprojecteerd op het Hollands kadaster. De foto met de kantwerkster toont de woningen van bouwblok 2 – straatkant. De foto met ‘de Noormannen’ toont dan weer de woningen van bouwblok 1 – die ook de voorvermelde foto achteraan te zien zijn. (Foto Erfgoed Noorderkempen)

  • Afb. 2: Zicht op de funderingsresten van de verschillende teruggevonden woningen. (Foto Erfgoed Noorderkempen)

  • Afb. 3: De beerputjes van een sanitair blok in bouwblok 1. (Foto Erfgoed Noorderkempen)

Geraadpleegde lectuur: